Bij de meeste coronaire interventies wordt er heden ten dage een stent achtergelaten. Dit is een fijn metalen buisje dat gekrimpt is op een zeer kleine ballon. Bij het opblazen van de ballon wordt de stent ontplooid in de wand van de arterie en in de arterie achtergelaten. De stent houdt dan de arterie mooi open zodat de bloeddoorstroming terug genormaliseerd is. Van belang hierbij is dat de patiënt steeds bloedverdunners moet nemen: afhankelijk van het type stent kan dit schommelen van 1 tot 12 maanden. In zeldzame omstandigheden kan de stent terug vernauwen zodat een nieuwe stent nodig is. Er wordt dan een stent geplaatst met medicamentjes ter voorkoming van stentingroei (drug eluting stent of DES). Nadien is de inname van bloedverdunners gedurende 1 jaar steeds noodzakelijk.